woensdag 1 juli 2015

WAT een jaar :D (propedeuse is binnen en een heel lang verhaal waarom mijn studie awesome is :-P)

Lieve lezer,

Wat een jaar.
Achteraf lijkt het voorbij gevlogen, maar dat is natuurlijk niet de realiteit. Vooral in het midden waren er momenten dat ik het bijna had opgegeven. De studentenpsycholoog die ik daarop inschakelde vroeg mij zelfs 'of het het allemaal wel waard was'. PARDON?!?!?! Nog afgezien van het feit dat je MET bachelor en master nog niet eens ergens komt in de wereld, laat staan zonder, begon ik me steeds meer te beseffen wat een incompleet mens ik eigenlijk was zonder de kennis die ik aan het vergaren was. Dit aspect van de studie was dan ook niet het probleem, alle rompslomp eromheen, dat dreigde mij de das om te doen. Het heeft me ook best wat gekost aan lichamelijk en geestelijk uithoudingsvermogen. Mijn sociale leven onderhouden ging nog maar mondjesmaat, en het sporten ging ook met ups en downs. Slapen ging soms slecht, mijn huid reageerde nogal op de stress, en paniekaanvallen kwamen regelmatig voor. Maar ik heb doorgezet, en nu, nu het jaar succesvol is afgesloten, kan ik oprecht zeggen: Het was het waard. Vooral het laatste blok heeft mij dit bewezen. de vakken gingen verdacht soepel, en zelfs de stressvolle momenten kwam ik verdacht kalm door. Één vak in het bijzonder heeft mijn motivatie voor deze studie gered: literaire theorie en kritiek. Daarin kwamen belangrijke stromingen voorbij die literatuur door een bepaalde lens analyseren. Opeens werd het vage gedoe rond literatuur, waar ik tot dan toe 6jes voor haalde, me helder. Ik schreef een essay over homo-romantische en  homoseksuele aspecten in Joseph Conrad's Heart of Darkness. Ik kreeg er een 9,6 voor. Eerder had ik mijn eigen essay als bullshit bestempeld. Het enige dat ik namelijk gedaan heb is passages uitgekozen die als homoromantisch of homoseksueel geïnterpreteerd konden worden en die toegelicht. Maar wat is daarvan de relevantie in dit verhaal? Met die vraag worstelde ik zelf ook, want ik dacht dat het juist de bedoeling was om GEEN stempels te plakken op dingen, omdat stempels nogal beklemmend kunnen werken. Zo leerde ik bijvoorbeeld dat het begrip 'heteroseksueel' pas 11 jaar later werd uitgevonden dan Homoseksueel, enkel omdat we, zoals enkele semiologen al opmerkten, dingen alleen kunnen definiëren om wat ze NIET zijn. Er komen ook steeds meer namen voor geaardheden en genders, omdat de bestaande stempels niet afdoende zijn voor alle mensen om zich in thuis te voelen...Daarnaast zat/zit homoseksualiteit in een soort taboesfeer. Één van de richtlijnen van de school 'Lesbian/Gay Criticism' is om gay aspecten van mainstream literatuur aan te stippen waar nog nooit echt aandacht aan is besteed. Vanaf deze hoek kan het interessant zijn om Conrads werk te lezen door een homoseksuele bril, omdat men het altijd alleen maar heeft over de behandeling van de natives in de Congo. Ongeacht of ik dit nou echt revolutionair vind (ben ik zelf nog niet over uit) snap ik nu wel beter waarom mensen soms contexten bij een verhaal slepen waarvan ik altijd dacht: HÓE DAN?!?!?! Op mijn examen moest ik de relevantie van het begrip 'realiteit' uitleggen in de scholen Marxisme, Structuralisme en Post-Modernisme aan de hand van de bijbehorende essays in onze dikke vette Anthology of Criticism, de bijbel van de literaire kritiek. Met name structuralisme en de tegenreactie daarop: post-structuralisme en post-modernisme vind ik fantastisch. Met betrekking tot literatuur zijn onder andere semiologie en de discussie art vs nature relevant. Semiologie is de leer  van tekens; onderzoek naar betekenistoekenning op grond waarvan mensen handelen (taal, gebaren, kleding, afbeeldingen enz.). Post-modernisten gaan ervan uit dat, bouwend op de leer van De Saussure over signs and signifiers, dat(losse parafrase) de tekens symbolisch en dus arbitrair zijn. Bijvoorbeeld: de verzameling klanken (en de manier waarop wij die spellen) die wij gebruiken om naar een kat te verwijzen: 'kat' heeft eigenlijk in geen enkele manier echt met het daadwerkelijke object 'kat' te maken. Het is eigenlijk net economie: iedereen snapt wat je bedoelt als je 'kat' zegt, net zoals iedereen snapt dat je het dus niet over een hond hebt, en omdat iedereen dit accepteert, krijgt het woord 'kat' waarde. Alleen daarom betekent het willekeurige woord 'kat', 'kat' en niet 'hond'. Afijn, dan heb je dus Baudrillard, een Post-Modernist. Wat ik ervan begrepen heb hanteert hij een aantal stadia van verwijdering van de realiteit. Denk inception. Het begint al bij taal. Als je bedenkt dat onze taal slechts een abstractie (art) en dus een simulatie is van de werkelijkheid (nature), dan raak je al van de realiteit verwijderd zodra je die probeert te verwoorden(denk eens terug aan de 'wildgroei' aan geaardheden en gendertyperingen). Maar het gaat volgens hem pas echt mis als je gaat vertrouwen in de simulatie als werkelijkheid. En het kan nog veel erger; in de moderne maatschappij zijn de simulaties er soms nog eerder dan de realiteit, ze WORDEN een realiteit...(hyperrealiteit). Hij heeft dan ook theorieën die zeggen dat massacommunicatie en reclame ons nog verder van de realiteit hebben gebracht. De commercie heeft immers 'behoeften' gecreëerd die niet bestonden vóór ze werden gepromoot door het bedrijf dat ze wil verkopen. Zijn voorbeeld is Disneyworld (Amerika). Volgens hem wordt Disneyworld gepresenteerd als nep, als imagery, waardoor we er extra van overtuigd raken dat alles buiten Disneyland echt is, terwijl het dagelijks leven (zeker in Amerika) ook allang niet meer echt is...Mind = blown. Waarop ik me wel afvraag, als alles zo arbitrair en random is, en we de daadwerkelijke realiteit niet kunnen omvatten met taal en teken, hoe Baudrillard dan pretendeert een soort hiërarchie aan te brengen in de verwijdering van die realiteit...
Dit allemaal even terzijde: de vraag hoe taal zijn betekenis krijgt, en de implicaties ervan. DAT is waarom ik deze studie wilde doen. Sinds ik me kan herinneren vond ik taal al fascinerend. Ik kan me herinneren dat ik als puber uren kon spenderen aan het volschrijven van dagboeken waarin ik probeerde mijn innerlijke leven zo accuraat mogelijk te uiten. Ik was ervan overtuigd dat als ik hierin zou slagen, ik me kon bevrijden van alles wat me dwarszat. Het zou werken als de hersenpan van Dumbledore in Harry Potter. Dit geloof ik inmiddels niet meer 100%, maar wel dat mensen elkaar proberen te bereiken door middel van taal. Een bijna onmogelijke missie vanwege de inherente beperkingen van dit tekensysteem dat eigenlijk geen inherente, uniforme betekenis heeft(holy shit!) De potentie en beperkingen hierin vind ik fascinerend. Ik ben dan ook blij dat ik dit laatste vak met een 9 heb afgerond. Het sterkt me in de overtuiging dat ik de juiste studie heb gekozen. Ik mag dan bijna 27 zijn en tweedejaars, ik ben op de goeie weg. Zo kunnen we de zomer wel in!